Erasmus overal en nergens

Erasmus is ‘overal en nergens’.

Waarom Rotterdam deze humanist nodig heeft

door Jan de Bas

Rotterdam vierde op 28 oktober 2022 de verjaardag van Desiderius Erasmus. Hij is de stadsicoon met de perfecte identiteit om te omarmen als een knuffel van de stad die kan worden ingezet bij alle vormen van citymarketing. Erasmus kom je op verschillende manieren en plaatsen tegen in Rotterdam. Het webdomein van Stichting Erasmushuis Rotterdam vermeldde het hele programma voor de Erasmusweek 2022. Dit jaar was er een concert, een boekpresentatie en een toneelstuk; allemaal gewijd aan de Rotterdamse theoloog. Erasmus kom je op nog meer manieren èn permanent tegen in de stad. Wie zit er achter deze Erasmuspromotie? En waarom is juist de theoloog uit de vijftiende en zestiende eeuw zo geschikt om te fungeren als uithangbord van de stad?

Rotterdam kent onder andere de Erasmusbrug en het Erasmus MC. Dat bouwwerken vernoemd zijn naar de in Rotterdam geboren Desiderius Erasmus (1469?-1536) valt goed te begrijpen. Erasmus was in zijn tijd een beroemde schrijver, theoloog en denker. In haar biografie over Erasmus schrijft Sandra Langereis dat hij tijdens zijn vele reizen door Europa regelmatig als held door stadsbesturen werd ontvangen. Eretitels als de ‘Germaanse Socrates’ en ‘het geweten van Europa’ vielen hem ten deel. De Rotterdamse veelschrijver werd in 2009 uitgeroepen tot de grootste Rotterdammer.

Aforismen op gebouwen en bouwwerken

Deze status van beroemdheid heeft hij vooral te danken aan zijn publicaties die hij naliet en die in veel gevallen niet aan actualiteit hebben ingeboet. Zijn boeken en zijn duizenden brieven staan vol levenswijsheden. Verschillende sieren gebouwen en bouwwerken in de Rotterdamse openbare ruimte. Zo kan de reiziger in het Centraal Station zich bezinnen op de wijsheid: ’Ruimte scheidt slechts de lichamen, niet de geesten’; afkomstig uit Erasmus’ besteller De klacht van de Vrede (1511). Sander van Reedt Dortland reist regelmatig met het openbaar vervoer en kent natuurlijk ook de bekende quote van de Rotterdamse denker. Hij begrijpt wel dat Rotterdam de humanist van de Lage Landen heeft omarmd, maar eigenlijk is het volgens hem andersom: “Het is omgekeerd. Erasmus heeft Rotterdam omarmd en zich naar Rotterdam vernoemd. Misschien deels als geuzennaam. Let maar niet op mij want ik kom ‘slechts’ uit het dorpje Rotterdam.”

Wij maken nu 500 jaar later daar omgekeerd dankbaar gebruik van door zoveel mogelijk naar Erasmus te vernoemen. De tekst op de entree van de metro is vormgegeven en ontworpen door Tim Bontan van bureau Bijdevleet. Dit gebeurde in het kader van het project ‘Erasmus Adagia’. Een project van de gemeente, gestart in 2015, dat tot doel heeft om de wijsheden van Erasmus meer onder de aandacht te brengen van de Rotterdamse burgers en de bezoekers van de stad. Het project is vernoemd naar een van de meest bekende boeken van Erasmus Adagia (eerste druk 1500), een bundeling van veelal klassieke uitspraken die Erasmus verklaart en toelicht. Overigens is het zo dat het niet altijd duidelijk is van wie de uitspraak oorspronkelijk is. Feit is dat de tekst bij de metro niet uit dit dikke boek afkomstig is.

De Rotterdammer André Roll heeft geen auto, fietst veel door stad en neemt vaak het openbaar vervoer. Hij is docent beeldende vorming in Dordrecht en rijdt regelmatig met de trein op en neer naar Dordrecht. Wanneer hij met de trein langs het pand van het Albedacollege (vlakbij het Centraal Station) komt, ziet hij een andere tekst van Erasmus. Deze werd in 2018 aangebracht en luidt: “Waar ik mij goed voel ben ik thuis. Roll: ‘Die spreuk bij Albeda spreekt me het meest aan van alle spreuken in de stad omdat ik wel reis maar er ook altijd een hekel aan heb, want waar ben ik aan begonnen? Maar er zijn van die momenten, vaak onverwacht, dat een verre plek zo’n gevoel oplevert van ‘hier zou ik best willen wonen’. Hoewel je die momenten bij mij op twee handen kunt tellen, blijven ze je altijd bij en herken ik ze in de Albeda-spreuk.” Roll voelt zich thuis in het Rotterdam van Erasmus.

Dat geldt ook voor de in Limburg geboren Manuel Kneepkens, die alweer decennialang in de Maasstad woont. Hij zat van 1998 tot 2006 in de gemeenteraad door de Stadspartij. Kneepkens is van oorsprong jurist, was docent aan de Erasmus Universiteit en is een bekende dichter. Hij juicht het aanbrengen van teksten van Erasmus op gebouwen en bouwwerken toe. Waarom is Erasmus juist zo geschikt om in het openbaar te citeren? Kneepkens: “Hij heeft ongelooflijk veel geschreven, dus er is voor veel situaties een geschikte tekst van hem om aan te halen. Daarbij is Erasmus een groot humanist, die voortdurend de menselijkheid benadrukt. Zo’n iemand is natuurlijk ideaal om te gebruiken als stadsicoon. De man was ook nog eens van onbesproken gedrag. Bovendien een wereldberoemd Rotterdammer. Ik sprak ooit de burgemeester van Tokio en hij wist precies wie Erasmus was. Kortom: je zou wel gek wezen als je als stad geen gebruik maakte van de levenswijsheden van Erasmus.”

Kneepkens opperde overigens in 2003 in de gemeenteraad om Erasmus als naam toe te voegen aan de plaatsnaam Rotterdam. Kneepkens: “Dat gebeurt bijvoorbeeld in Frankrijk vaker. De naar Nederland gevluchte filosoof Pierre Bayle kwam uit het plaatsje Carla, dat later Carla Bayle werd genoemd. Dus waarom niet: Rotterdam Erasmus?” Het college van burgemeester en wethouders zag het plan in het geheel niet zitten omdat Erasmus toch vooral een wereldburger was die zich niet aan een specifieke stad zou hebben willen binden. Een plausibele redenering, waarbij wel de kanttekening moet worden geplaatst dat Erasmus zijn ruim 3000 brieven altijd ondertekende met ‘Erasmus van Rotterdam’. Behalve de aangehaalde aforismen – in de zin van korte filosofische wijsheden – kom je bijvoorbeeld op het metrostation Wilhelminaplein zijn wijsheid ‘Jonge mensen zijn de hoop van een land’ tegen en bij het verlaten van het Centraal Station via het Kruisplein is deze levenswijsheid zichtbaar: ‘De belangrijkste voorwaarde voor geluk is dat je wilt zijn wat je bent.’ De meeste quotes zijn ontleend aan de Adagia dat druk na druk beleefde.

Andere plekken met de naam Erasmus

Sinds 1842 kent Rotterdam een Latijnse school die de benaming ‘Stedelijk of Erasmiaansch Gymnasium’ draagt. De school ziet zich als voortzetting van de parochieschool van de Sint-Laurenskerk. In het schoolgebouw is een glas in lood raam te zien van Erasmus. Erasmus werd nog meer ingezet zet als vorm van brand marketing. Vanaf 1973 heet de plaatselijke universiteit Erasmus Universiteit Rotterdam. Manueel Kneepkens werkte er jaren als docent rechten en hij begrijpt die naamsverandering wel: “Met Erasmus in je naam heb je een wereldmerk in huis.” In navolging van de universiteit kreeg ook het Medisch Centrum een andere naam. In de volksmond was sprake van het Dijkzigtziekenhuis , maar vanaf 2003 ging je als patiënt naar het Erasmus Medisch Centrum. De naam Erasmus werd overigens niet altijd met succes en blijvend aan de openbare ruimte toevertrouwd. In 1997 werd de Randstadrail aangelegd, die Rotterdam Centraal met Den Haag Centraal verbond. De lijn kreeg de naam Erasmus. Toen in 2009 deze lijn werd gekoppeld aan de metrolijn van Rotterdam Centraal naar de Akkers in Spijkenisse verviel de naam Erasmus en was er sprake van de metrolijn D. Wel zal voorlopig voorgoed de naam Erasmus verbonden zijn met de brug die twee oevers van de Maas – en daarmee het centrum aan de kop van Zuid – aan elkaar verbindt. In 1991 kreeg Ben van Berkel de opdracht tot een ontwerp van de brug, die in 1996 door Koningin Beatrix werd geopend. De brug droeg bij aan de naamsbekendheid van Erasmus en zorgde voor veel Rotterdammers tevens voor verwarring. Dit bleek uit interviews die begin van de eenentwintigste eeuw door TV-Rijnmond werden afgenomen en waarin de vraag werd gesteld wie Erasmus was. Een aantal geïnterviewde Rotterdammers gaf aan dat hij toch zeker de ontwerper of architect van de brug moest zijn. Minder bekend is dat Rotterdam zelfs een eetcafé heeft dat naar Erasmus is vernoemd en er vanaf 1996 oude van koerierdienst ‘Erasmus’ door de stad rijden.

Erasmus verbeeld

Al in 1622 besloot de gemeente Rotterdam dat de persoon en naam Erasmus een plek in de openbare ruimte verdiende. De Amsterdamse beeldhouwer Hendrick de Keyser kreeg opdracht een beeld te ontwerpen voor de plaatselijke humanist. Het beeld kwam er en werd geplaatst. Om allerlei redenen werd het overigens regelmatig verplaatst. Zo stond het een tijd aan de Coolsingel bij het gebouw van de Hollandsche Bank Unie, dat prompt daarop het ‘Erasmushuis’ werd genoemd. Het beeld kreeg in 1964 de huidige plek op het Grotekerkplein, op een steenworp afstand van de Laurenskerk. Het beeld is monumentaal en toont de theoloog in een toga. Hij staat letterlijk en figuurlijk op een sokkel te lezen in een dik boek; de Bijbel? Erasmus had niet beter kunnen worden afgebeeld, dan lezend. Sandra Langereis benadrukt in haar biografie Erasmus dwarsdenker (2021) dat het de Rotterdamse denker vooral te doen was om de taal. Erasmus stelling was dat hoe ouder de taal was, hoe dichter je als lezer bij de waarheid kwam. Dat verklaart ook dat hij het meest trots was op zijn vertaling van het nieuwe testament: ‘In mijn biografie presenteer ik Erasmus als een moderne denker die ernaar streefde om Bijbellezers rationeler en intelligenter te maken.’ Over het beeld doen overigens verschillende anekdotes de ronde. Zo zou Erasmus elke dag wanneer de klok van de Laurenskerk twaalf uur slaat een bladzijde omslaan. Een paar honderd meter van het standbeeld vandaan werd op 28 oktober 2016 het Erasmusmonument onthuld. Het monument is gemaakt in de vorm van de façade van Erasmus’ ouderlijk huis. Het werd gemaakt door Reinier de Gooyer in samenwerking met Diana de Graaf en Maaike Disco. Wie leest in de in 2021 uitgegeven brieven van Erasmus – ze beslaan 21 dikke delen – zal de indruk krijgen dat Erasmus niet op al deze aandacht zou hebben zitten wachten, maar er stiekem wel content mee zou zijn.

De onzichtbare Erasmus

De naam van Erasmus kom je in Rotterdam tegen op gevels van een schoolgebouw, een ziekenhuis, een brug, het Centraal Station, een metrostation en nog veel meer gebouwen en bouwwerken. Je komt hem echter ook tegen in de onzichtbare wereld van organisaties. Wie de naam Erasmus op Google intikt in combinatie met Rotterdamse organisaties stuit op verschillende clubs en stichtingen. Zo is er Huis van Erasmus, een organisatie van vrijwilligers die Erasmus verbindt aan burgerschapsvorming. Sander van Reedt Dordtland is actief bij het Huis van Erasmus en verklaart de naam van de organisatie: “We kozen voor de naam omdat we graag het gedachtegoed van Erasmus willen verspreiden. 500 jaar na dato nog steeds actueel! We doen dat door een jaarlijkse conferentie en allerhande publicaties, zoals een leergang burgerschap, die we losjes baseren op het gedachtegoed van Erasmus.”

Een andere organisatie met de naam van de Rotterdamse humanist is het Erasmushuis, dat ernaar streeft om het gedachtegoed van Erasmus bestaande uit vreedzaamheid en goede omgangsvormen, in Rotterdam zoveel mogelijk te praktiseren. Deze stichting stelt zich formeel tot doel: ‘Het bevorderen dat Erasmus een duidelijker plaats krijgt in de beleving en het stadsbeeld van Rotterdam.’

Verder kent Rotterdam een Erasmuscomité, waarin op hun beurt allerlei verschillende organisaties samenwerken om de betekenis van Erasmus levend te houden, en een Erasmusstichting, die met financiële bijdragen kunst en onderwijs in Rotterdam wil stimuleren. Ook is de naam van Erasmus verbonden aan onderscheidingen. Vanaf 1997 reikt de gemeente een speld uit aan een persoon die zich op sociaal, economisch of cultureel gebied voor de Rotterdamse samenleving onderscheidt. En voor personen die zich verdienstelijk maken voor de Erasmus Universiteit is er de Erasmuspenning.

De pen oppakken

Anno 2022 is Erasmus wellicht meer zichtbaar in Rotterdam dan ooit. Gelukkig. Dat geldt ook bijvoorbeeld voor zijn correspondentie die in 2021 is uitgegeven door de Rotterdamse uitgeverij Ad Donker. In 21 delen zijn meer dan 3000 brieven verzameld. Zo lijkt de aandacht voor Erasmus in Rotterdam groot genoeg. Dat vindt Sander van Reedt Dordtland in ieder geval: “Ik vind het wel genoeg zo. Zelfs een cafetaria en een koeriersdienst zijn naar Erasmus vernoemd. Maar wat ik wel fijn zou vinden, is als zijn gedachtegoed – denk aan zijn tolerantie en vreedzaamheid – nog meer verspreid zou worden.”

Manuel Kneepkens denkt daar toch nog iets anders over: “Een stad met een universiteit die vernoemd is naar Erasmus zou ten allen tijden een letterenfaculteit moeten bezitten. Hij was dé man die vond dat je pas volwaardig mens was wanneer je literatuur las.” Op 28 maart 1530 schreef de Rotterdamse denker aan de magistraat van Straatsburg: “Laten verstandige en geleerde mensen de pen oppakken.” Gelukkig deed Erasmus dit zeer regelmatig. En Rotterdam plukt daar de vruchten van.

Oktober 2022 – Jan de Bas

Bericht delen